Samen met de lucht voor het stationair toerental gaan de dampen het door de kanalen die daarvoor in het inlaatspruitstuk gegoten zijn en wordt de cilinders ingezogen.
Vanuit de rechter cilinderkop gaat een slang (2) direct naar het luchtfilter.
Bij lage toerentallen wordt via die slang frisse lucht aangezogen door de onderdruk in het inlaatspruitstuk (groene pijl).
Bij hogere toerentallen / zwaardere belasting is er weinig onderdruk in het inlaatspruitstuk en keert de luchtstroom door die slang om.
Via het luchtfilter en het inlaatspruitstuk komen de dampen dan in de cilinders.
Om verstopping door bevriezing van het 2 mm gaatje te voorkomen wordt de luchtverdeler voor het stationair toerental met koelvloeistof verwarmd.
onluchting.jpgStatistieken: Geplaatst door Leeflang — 16 mei 2019, 21:51
]]>