Ondertussen gaan we weer tot het gaatje…
Mij was niet duidelijk waarom automatische klepstellers een voor-instelmaat nodig hebben, Google is mijn vriend dusssss…ff delen
Bron: sternzeit-107.de
Dwarsdoorsnede steller:
Hydrostoessel.gif
1)drukstift voorzien van kogel waarop de tuimelaar rust.
2)dek kap
3)huis met toevoer kanaal
4)kogel
5)kogelveer
6)houder voor kogel en veer
7)drukstift veer
Werking:
Bij stilstand:
De drukstift wordt op spanning gehouden d.m.v. de drukstift veer. D.w.z. tegen de nokkenas
Kamer A is gevuld met olie(ten aller tijde, immers de olie kan er niet onder uit lopen). Ook de ruimte onder de drukstift is gevuld met olie. Met het verschil als de nok op de tuimelaar staat de steller is afgezonken in de onderste positie.
Dit komt doordat de olie langzaam weglekt langs de kogel terug in kamer A en tussen de drukstift en het element huis.
Starten:
Oliedruk is niet meteen aanwezig dus de aanwezige olie in kamer A loopt via de kogel naar de ruimte onder de drukstift. Zodra de nokkenas draait en de tuimelaar ontspant en de drukstift door de veer (7) omhoog wordt gedrukt.
Komt de nok weer voorbij dan kan de olie onder de drukstift niet weg en staat de steller op stand.
Draaien:
Kamer A word via boring B van olie voorzien uit de olie galerij in de cil.kop , de olie lekt weg via de kogel, openingen D en C en dan tussen de drukstift en het huis loopt de olie de motor in.
So far so good:
Maar nu is de olie niet altijd nieuw en onderhoud is niet altijd netjes uitgevoerd. Er is geen grote olie doorstroming in het element en sludge verzameld zich onder in het element en in de toevoer gaatjes.
Voordeel: speling wordt opgevangen door oliebagger.
Nadeel: Op gegeven moment doet het ding het niet meer wegens verstopping.
Spoelen met olietoevoeging kan het effect hebben dat de koek tussen de drukstift en huis verdwijnt en door slijtage de olie te snel gaat weglekken. Met tikken van de kleppentrein tot gevolg. Vernieuwen of dikkere olie is de enige remedie.
Waarom moet er een basisafstelling gemaakt worden?
Zeer waarschijnlijk doordat opening C maar op een zekere hoogte overeen komt met het toevoer kanaal B. het kanaal C in de drukstift zal dan op de midden van de toevoer boring B gesteld moeten worden om een +/- afwijking mogelijk te maken.
Als door slijtage de grondinstelling niet meer correct is (bv klep komt dieper in de kop te liggen, m.a.w. komt omhoog) dan zal het element dit maar tot op zekere hoogte kunnen corrigeren tot het oliekanaal B en C (deels) afgesloten raakt. Kamer A raakt leeg en de boel gaat tikken.
Slijtage komt niet alleen van de klep en zijn zitting maar ook van de nokkenas, tuimelaar en kogelkop van de drukstift. Daarom is er een middeninstelmaat zodat de steller zowel positief en negatief kan corrigeren.
Dat de nokkentrein alleen al statisch behoorlijk belast wordt kun je je wel voorstellen, probeer maar eens met een hamersteel de klep naar beneden te drukken. Op de kogelkop van de drukstift en de nok staat een behoorlijke druk. En dat slijt;-)
Checken:
Buiten de basis afstelling kun je de "lekkage" van de steller testen.
Niet zoals de werkstatt CD voorschrijft d.m.v. een hamersteel op de steller drukken maar door de motor te draaien tot de nok op de tuimelaar staat.
Bij koude motor zou de steller in 2 min langzaam moeten zakken
Bij warme motor ca 30sec.
Is de steller binnen 5 SEC beneden, dan zal het ding waarschijnlijk defect zijn.
Het "oppompen" is niet nodig daar de olie feitelijk al in de steller zit en het stellen niets met oliedruk te maken heeft.
Stellen:
Komt er op neer dat de steller onbelast tussen 1.2 en 2.4 mm moet worden ingedrukt als de tuimelaar aan de achterkant van de nok is gemonteerd.
Uitgeschoven lengte boven cilinderkopvlak :31.5 mm
Voorgespannen boven cilinderkopvlak :tussen 30.3 mm en 29.1 mm
Gemiddeld dus 29.7 mm
De totale stelrange van het element is volgens het sternzeitforum +/-3mm800px-Hydzusam.jpg
Klepstoterberekening.xlsStatistieken: Geplaatst door Wasibi — 23 okt 2011, 19:11
]]>