Om de airco goed in te stellen, (ook in de winter) zijn er enkele wetenswaardigheden.
In de W126 zijn drie typen airco's.
1e De normale airco van voor 07/81 (drie temperatuur wieltjes)
2e De normale airco van 07/81 tot 08/85 (twee temperatuur wieltjes)
3e De automatische airco. (één temperatuur wieltje)
Werking NORMALE AIRCO (van voor 07/81 met drie temperatuur wieltjes)
Deze werkt feitelijk het zelfde als de hieronder beschreven NORMALE AIRCO.
Het middelste temperatuur wieltje regelt de airco temperatuur instelling.
De beide buitenste temperatuur wieltjes zijn voor de verwarming links en rechts in te stellen.
--------------------------------------------------------------------------------------------
Werking NORMALE AIRCO (foto 003) {door op de foto's te klikken, wordt deze vergroot.}
IMAG0003.jpg
Belangrijk!
Om steeds een goed functionerende airco te hebben, is het belangrijk de airco ook in de jaargetijden dat er geen airco nodig is, deze minstens 1 x per maand korte tijd te laten werken.
Dit moet dan wel bij een buitentemperatuur boven de + 2ºC gebeuren.
De airco werkt alleen bij draaiende motor.
Een hoger motortoerental, laat ook de airco compressor sneller draaien, met als gevolg; een hogere koelcapaciteit.
Schakelaar 10 van de normale airco heeft 3 standen;
a. middenstand = airco uitgeschakeld
b. In de stand met "ijskristal" ❄ = airco ingeschakeld.
Dit is de normale stand, waarbij een controlelampje in de schakelaar brandt.
c. de stand "rechthoekje met warmte teken" = airco aan, op de instelling voor beslagen ruiten.
In deze stand wordt de airco op volle kracht ingeschakeld. Al naar gelang de stand van de schakelaar 11 wordt frisse lucht of de cabine-lucht gedroogd.
Hierdoor worden de ruiten snel ontwasemd.
Schakelaar 11 voor cabine-lucht.
Is deze schakelaar op het symbool ingedrukt, wordt er op cabine-lucht met een beetje buitenlucht omgeschakeld.
Snel koelen.
* Temperatuurwieltjes 1 en 2, in de uiterste "MIN"stand draaien.
* Schakelaar 10, in de stand "ijskristal" ❄ zetten.
* Ventilatorschakelaar 3, maximaal naar rechts draaien.
* Lucht-verdeel schakelaar 4, op het symbool ☐☐ draaien.
* Schuifknoppen 5, 6, en 7 naar links zetten.
* Ramen en schuifdak sluiten.
---------------------------------------------------------------------------------------------
DE AUTOMATISCHE AIRCO (foto 004)
IMAG0004.jpg
Alleen bij gesloten ramen en schuifdak, werkt de airco optimaal.
De automatische airco werkt alleen bij draaiende motor.
Verwarmen, koelen en de luchtverdeling in de cabine (boven, midden of onder) wordt automatisch geregeld.
Bovendien kunnen verschillende functies voor aanpassing aan extreme weersomstandigheden ingesteld worden, zoals ontdooien van ruiten, of een beluchting naar boven en beneden.
De luchtroosters 4, 5, en 6 kunnen naar wens geopend, gesloten of gekanteld worden.
Met de schuifknoppen 1 en 3, kan de luchtstroom uit verstelbare roosters 5 bedient worden.
Met de schuifknop 2 kunnen de roosters 4 geopend of gesloten worden.
Schuifknop 2 naar links = open.
De roosters 6 kunnen door verdraaien van de rooster-wieltjes geopend of gesloten worden.
Voor een goede werking van de automatische airco, mogen de roosters 4, 5 en 6 niet allemaal gesloten zijn.
Ook voor de achterbank, kan het rooster in de middenconsole voor niet verwarmde of gekoelde lucht, naar behoefte geopend of gesloten worden. Schuifknop naar links = open.
De vijf drukknoppen van de automatische airco, mogen slechts één voor één ingedrukt worden.
Aanbevolen wordt om in principe alleen de beide functieknoppen met de witte pijl naar beneden te gebruiken, in combinatie met de gewenste ventilator drukknop.
In welke gevallen de beide andere functieknoppen ingeschakeld kunnen worden, wordt hieronder beschreven.
TEMPERATUUR INSTELLING (ºC)
Met het temperatuur wieltje kan de gewenste temperatuur traploos gekozen worden.
Deze temperatuur wordt dan zo snel mogelijk gerealiseerd en daarna constant gehouden.
Als basis instelling wordt 22ºC geadviseerd.
Ongewenste hoge temperatuur schommelingen kunnen vermeden worden, door de eenmaal ingestelde temperatuur slechts met kleine stapjes te corrigeren.
Bij bijzondere bedrijfsomstandigheden kunnen, door het temperatuur wieltje in de eindstanden "MAX" of "MIN" te zetten, ingesteld worden.
Eindstand "MIN"= vol koelen, waarbij de airco met 80% cabine-lucht en 20% buiten-lucht werkt.
Staat de ventilator schakelaar op "AUTOM" draait de ventilator altijd op stand 5. ( de één na hoogste stand.)
Eindstand "MAX"= vol verwarmen, met de ventilator altijd op stand 5.
VENTILATOR INSTELLING
Bovenste schakelaar indrukken = maximale ventilator snelheid (stand 6)
Onderste schakelaar indrukken = normale ventilator snelheid (stand 1)
Middelste schakelaar indrukken (blijft niet ingedrukt) = lucht hoeveelheid wordt automatisch tussen stand 2 en 5 van de ventilator geregeld.
De functieknop met het symbool " ruit-verwarming" = altijd maximale ventilatorstand.
FUNCTIEKNOPPEN
De drukknop met de 2 cirkels = UIT (meest rechtse drukknop)
Bij deze instelling wordt de luchttoevoer in de cabine afgesloten. (Dit kan aan de orde zijn bij stank overlast of in een autowas straat.)
Deze instelling tijdens het rijden, alleen korte tijd handhaven.
De "EC" (Economie) drukknop = spaarstand. (de tweede drukknop van rechts, met EC tekst)
De airco compressor is uitgeschakeld !
Deze instelling wordt aanbevolen bij buitentemperaturen, waarbij geen airco nodig is. (brandstof besparing.)
Tijdens de ventilatiestand wordt alleen lucht door de roosters 4, 5 en 6 geblazen.
Tijdens verwarming wordt verwarmde lucht hoofdzakelijk naar beneden (voeten ruimte) gevoerd.
Bovendien wordt ook lucht naar de voordeuren gevoerd.
De voorruit en de luchtroosters 5 en 6 krijgen slecht zoveel lucht toegevoerd, dat ze niet beslaan bij normale weerverhoudingen.
Ook komt door de roosters 4, tijdelijk lucht.
BIJ LAGE BUITEN TEMPERATUREN, BLIJFT DE LUCHTTOEVOER EN VENTILATOR ZOLANG UITGESCHAKELD, TOTDAT DE MOTOR IETS OPGEWARMD IS.
Bij alle andere drukknoppen is de airco compressor, bij buitentemperaturen boven de + 2ºC, ingeschakeld.
NORMALE INSTELLING (de middelste drukknop met witte pijl naar beneden)
Deze drukknop komt overeen met de EC drukknop, maar wordt aanbevolen bij vochtig weer en hoge buitentemperaturen.
Deze knop zorgt ervoor, dat de lucht gekoeld wordt en indien nodig, weer opgewarmd wordt.
Lucht naar boven en beneden (witte pijl omhoog en omlaag, tweede drukknop van links)
Deze knop is voor van binnen beslagen voorruit.
Tijdens verwarming, wordt lucht naar de voorruit, de voeten ruimte, de luchtroosters 5 en 6 en naar de voordeuren gevoerd.
Bij werkende airco wordt tevens lucht naar de roosters 4 gevoerd. Tijdens verwarmen komt ook tijdelijk lucht uit de roosters 4.
Zo snel mogelijk weer op de (pijl omlaag) knop of de (pijl omlaag)EC knop omschakelen.
ONTDOOIEN (ruitverwarming symbool)
Onafhankelijk van de stand van het temperatuur wieltje en de ventilator stand, wordt maximaal verwarmde lucht naar de voorruit en de zijramen gevoerd.
BELANGRIJK !
Om steeds een goed werkende airco te hebben, is het noodzakelijk de drukknop EC of drukknop pijl naar beneden, minstens eenmaal per maand korte tijd te gebruiken.
De buitentemperatuur moet daarbij boven de + 2º zijn.
SitemapIndex