Versleten nokkenassen zijn over het algemeen het gevolg van versleten tuimelaars.
De tuimelaars hebben een slijtvlak wat zacher is dan het contactvlak (de nok) van de nokkenas. Als de tuimelaar door z'n slijtvlak heen is, en hij wordt niet tijdig vervangen, dan gaat hij de nok invreten. Er kan zich namelijk geen mooie oliefilm meer vormen op het contactvlak. Op een gegeven moment wordt de slijtage zo groot dat je bijgeluiden gaat krijgen, het hydraulische stelmechanisme blijft die versleten tuimelaar keurig tegen de nok duwen, tot het te laat is.
Ik heb nokkenassen meegemaakt waarbij de gehele nok zo'n beetje was weggevreten door een compleet versleten tuimelaar. De auto reed er trouwens gewoon keurig mee, dat dan weer wel.
Het stukje over de roestbescherming in dat artikel: Daar ben ik het, uit ervaring, niet mee eens. Ik heb relatief jonge W126's gezien die al op diverse plekken aardig wat (gerepareerde) roestschade hadden. De kunststof dorpelkappen van de tweede serie kunnen ook een hoop ellende verbergen die bij de 1e serie gewoon zichtbaar is (geldt ook voor de W140, trouwens, die rotten net zo hard, maar dan verborgen onder het kunststof
).
Roest is bij elke W126 een risico, en bij de SEC nog wat hoger.