2. Bij de meeste stekkers achter op de tellerbak is het wel duidelijk of ze goed zitten, maar juist die 1-polige (ongeveer een centimeter dikke) ronde stekker voor het snelheidssignaal kan gemakkelijk verkeerd zitten zonder dat het opvalt.
Als de stekker gedraaid kan worden zit hij niet goed, als hij goed zit valt er een nokje van de stekker in een gaatje in de tellerbak en kan hij er nog een stukje verder ingestoken worden en dan kan hij niet meer draaien.
Je merkt het doorgaans ook niet aan andere dingen als dat stekkertje niet goed zit.
3. De multimeter hoef je niet op oneindig te zetten.
Als je de meetpennen nergens tegenaan houdt, of op twee delen van de bedrading van de auto aansluit die niet met elkaar verbonden zijn, is de weerstand tussen de twee pennen oneindig.
Op digitale multimeters wordt dat meestal weergegeven als een 1, links op het display (om het verschil met 1 ohm te laten zien).
Er zijn er ook die dan OL laten zien.
Als je de meetpennen tegen elkaar houdt, of als ze via een deel van de bedrading van de auto met elkaar verbonden zijn, geeft de meter als het goed is 0 aan, rechts op het display.
Bij analoge multimeters (met een wijzer) kun je vaak het nul-punt een beetje bijregelen, om een slechter wordende batterij te compenseren.
Er zijn analoge multimeters waar bij nul ohm de wijzer helemaal links staat en bij oneindig helemaal rechts, maar er zijn er ook waar de wijzer precies andersom werkt.
Zorg ervoor dat je de meetpennen niet aansluit op draden waar spanning op staat als je weerstand (ohms) wilt meten.
Haal dus in ieder geval de sleutel dan uit het contactslot.
Let wel dat dan nog niet overal de spanning weg is (het klokje bijvoorbeeld blijft doorlopen en er zijn nog wel meer delen die dan toch nog spanning hebben).
Bij twijfel eerst de spanning (volts) meten.
Zoek voor de massa aansluiting een geschikt metalen deel op waar geen lak op zit.
De chromen voorkant van het contactslot zelf is doorgaans een prima massa punt, en ook schroeven waar bruine draden aan zitten.
SitemapIndex