De punten die weekers gisteravond na het mislukte overleg naar de 2de kamer heeft gestuurd:
1. Variant ingebracht door de alliantie: Dit betreft het voorstel om de
leeftijdsgrens voor de MRB-vrijstelling per 1 januari 2014 in één keer te
verhogen naar auto’s van 30 jaar en ouder en heffen van LPG-toeslag en
dieseltoeslag in de structurele situatie.
Deze variant gaat gepaard met een zeer groot budgettair beslag dat ten
opzichte van Regeerakkoord richting € 153 mln loopt. Voordeel van de variant
is dat leeftijdsgrens van 30 jaar versneld wordt gerealiseerd. Nadeel van de
variant is dat het structureel op hoofdlijnen overeenkomt met handhaving van
de huidige vrijstelling. Deze variant is uitvoerbaar. Deze variant doet weinig
om het gebruik van vervuilende auto’s terug te dringen.
2. Variant vrijstelling benzineauto’s van 30 jaar en ouder en vrijstelling van
diesel- en LPG-auto’s van 40 jaar en ouder; Deze variant gaat gepaard met
een groot budgettair beslag, te weten € 30 mln. en is uitvoerbaar en leidt tot
minder gebruik door diesel- en LPG-auto’s jonger dan 40 jaar aangezien zij
onder de reguliere MRB vallen. Bezwaar van deze variant is dat er geen rem zit
op het aantal kilometers. Voor motoren en vrachtauto’s en dergelijke komt
daar nog een budgettair beslag van € 6 mln. bovenop, waardoor het totale
budgettaire beslag op € 36 mln. uitkomt.
3. Gelijk aan variant 2, maar dan met kwarttarief voor benzine van 30 jaar en
ouder en kwarttarief voor diesel- en LPG-auto’s van 40 jaar en ouder. Een 25%
MRB-tarief (inclusief opcenten) voor benzineauto’s van 30 jaar en ouder en
voor diesel en LPG-auto’s van 40 jaar en ouder. Deze variant kost € 16 mln. en
is uitvoerbaar. Een subvariant hiervan is dat het kwarttarief niet wordt
geheven over de brandstoftoeslag en dan kost deze variant € 19 mln. Deze
subvariant is alleen uitvoerbaar indien op korte termijn een besluit vallen. De
groep auto’s die veel kilometers maakt, diesel- en LPG-auto’s jonger dan 40
jaar, vallen onder de reguliere MRB. Bezwaar van deze variant is dat er geen
rem zit op het aantal kilometers. Voor motoren en vrachtauto’s en dergelijke
komt daar nog een budgettair beslag van € 3 mln. bovenop, waardoor het
totale budgettaire beslag op € 19 mln. respectievelijk 22 mln. uitkomt.
4. Vrijstelling voor voertuigen ouder dan 40 jaar. Deze variant kost € 15 mln.
Deze variant is uitvoerbaar en leidt tot minder gebruik door benzine, diesel- en
LPG-auto’s jonger dan 40 jaar aangezien zij niet langer onder de vrijstelling
vallen. Voor motoren en vrachtauto’s en dergelijke komt daar nog een
Directie Douane en
Verbruiksbelastingen
budgettair beslag van € 1 mln. bovenop, waardoor het totale budgettaire
beslag op € 16 mln. uitkomt.
5. Een 30-dagenkaart voor auto’s van 30 jaar en ouder;
Deze variant houdt in dat voor een personenauto of bestelauto van 30 jaar en
ouder gekozen kan worden voor een 30-dagenkaart. De dagenkaart is alleen
toegankelijk voor een oldtimer indien tegelijkertijd schorsing voor een
kalenderjaar wordt aangevraagd. In beginsel is de oldtimer geschorst (in ieder
geval voor de MRB) met uitzondering van de dagen waarop men met de
oldtimer van de weg gebruik maakt nadat de bewuste dag op de dagenkaart
digitaal van te voren is aangevinkt. De dagenkaart is gekoppeld aan de
oldtimer en geldt voor een kalenderjaar. Aangezien de 30-dagenkaart wordt
gekoppeld aan schorsing door de RDW, is het bedrag voor schorsing aan de
RDW verschuldigd. Daarnaast zal een vast bedrag aan MRB voor de
dagenkaart verschuldigd zijn dat in de orde van grootte van € 100 zal liggen.
De dagenkaart kan worden uitgevoerd door de RDW. Naast de dagenkaart
heeft men ook de keuze om de reguliere MRB te betalen of de oldtimer te
schorsen. Inherent aan deze variant is dat voor oldtimers die het gehele jaar
op de openbare weg worden gestald, MRB moet worden betaald. In de regel
zal het dan niet gaan om een kostbare oldtimer. Mede gelet op een aantal
grote projecten dat thans loopt bij de RDW, is nu nog niet duidelijk of de
dagenkaart per 1 januari 2014 in werking kan treden. Deze variant leidt wel
tot enige stijging van de structurele uitvoeringskosten, omdat extra toezicht
noodzakelijk is. Toezicht zou plaats moeten vinden op basis van
camerabeelden. Het budgettaire beslag van deze variant komt uit op € 11 mln.
Voor motoren en vrachtauto’s en dergelijke komt daar nog een budgettair
beslag van € 3 mln. bovenop door uit te gaan van invoering van het
kwarttarief, waardoor het totale budgettaire beslag op € 14 mln. uitkomt.
6. Een heffing op basis van gereden kilometers voor 30 jaar en ouder;
Deze variant lijkt geen reële optie aangezien dit de invoering van ‘kastjes’ in
oldtimers vergt. Dit kan niet op instemming van de oldtimeralliantie rekenen
(kostenaspect en aantasting authenticiteit). Daarnaast zorgt dit voor
administratieve lasten en bovendien substantiële uitvoeringskosten voor de
Belastingdienst.
Naar mijn oordeel beantwoorden de varianten 3 en 5 en in wat mindere mate 4
aan de eerder genoemde criteria. Voor alle varianten geldt overigens dat
duidelijkheid op korte termijn noodzakelijk is om invoering per 1 januari 2014 voor
Belastingdienst mogelijk te maken. Deze duidelijkheid zou vóór 1 mei geboden
moeten worden, daarom hoop ik op korte termijn met uw Kamer tot een passende
invulling van de aangenomen moties te komen.
Voor de andere voertuigcategorieën - motoren, bussen, vrachtauto’s – ligt een
kwarttarief het meest voor de hand, de budgettaire derving hiervan is enkele
miljoenen. Voor bussen en vrachtauto’s kan uiteraard ook gebruik worden gemaakt
van de huidige evenementenregeling. Een dagenkaart voor deze categorieën is niet
opportuun: de meeste rijden nu al weinig en zullen dat ook blijven doen met de
introductie van een dagenkaart. De extra administratieve lasten en de kosten van
toezicht kunnen derhalve beter bespaard worden. Een kwarttarief is een efficiënter
alternatief.
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Financiën
http://www.rijksoverheid.nl/documenten- ... imers.html